Om tot leren te komen, moet een kind goed in zijn vel zitten. Een kind in de leeftijd van vier tot twaalf brengt een groot deel van zijn of haar tijd op school door. Samen met u als ouders, voelen wij ons daarom mede-verantwoordelijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze leerlingen. Bij de sociaal-emotionele ontwikkeling hoort dat het kind leert om de gevoelens van zichzelf en anderen te begrijpen en om daar goed mee om te gaan. Maar ook het krijgen van begrip voor andere mensen en het ontwikkelen van positief gedrag en vaardigheden ten opzichte van anderen. Montessorionderwijs is hier bij uitstek voor geschikt. Juist doordat er in een groep kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar zijn, kunnen de ouderen de jongeren helpen en leren de jongeren hulp te vragen aan de ouderen. Je bent niet altijd de oudste of jongste in de groep, je bent niet altijd de domste of knapste. Er is dus minder kans op het ontstaan van meerder- of minderwaardigheidsgevoelens. Je leert echt rekening houden met elkaar. Ook nodigen veel van de (Montessori-)leermiddelen uit tot samenwerking. En soms zijn er van een bepaald soort materiaal maar één of twee stuks in het lokaal aanwezig, zodat je ook leert wachten.
Wij hanteren ook een aantal hulpmiddelen om de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen te volgen en te stimuleren.
Om te beginnen, maken we duidelijke afspraken met kinderen over hoe we met elkaar omgaan. Op
onze school gelden de gouden regels:
Kinderen van Montessorischool Elzeneind:
De gouden regels worden de eerste zes weken van het schooljaar in een thema aangeboden en
besproken met de groep. In elke groep hangt een wissellijst waarin de regels hangen. Ook kan het
zijn dat tijdelijk één regel centraal staat in een groep. Naast de gouden regels gebruiken wij lessen
van de ‘SOEMO kaarten’ om elk kind sociaal weerbaarder te maken. Hiervoor gebruikt ieder van ons
dezelfde materialen in de groep om bijvoorbeeld het bespreken van gevoelens concreter te krijgen.
Op Montessorischool Elzeneind (MSE) werken we daarnaast ook met een gedragsprotocol. Het gedragsprotocol biedt een leidraad voor hoe te handelen bij ongewenst gedrag. Het zal een bijdrage leveren om bij incidenten de omgeving voor andere kinderen en volwassenen zo veilig mogelijk te maken. We vragen ook van u als ouders om onze gedragslijn te ondersteunen zodat we samen werken aan een veilige, gezellige, leefbare school. Ieder kind heeft de ondersteuning van volwassenen nodig (ouders en leerkrachten) om het gewenste gedrag te leren kennen en te laten zien. Dit vraagt van ons dat we zélf het gedrag voorleven en kinderen ondersteunen in hun gedrag. Dit betekent ook dat we elkaar als volwassen hier op kunnen wijzen: we gaan respectvol met elkaar om.
Als een kind, ondanks onze afspraken, bij herhaling de gedragslijn overtreedt, dan praten we er eerst met het kind over. Het kind krijgt een kaart mee naar huis waarop u wordt gevraagd er met uw kind over te spreken. Laat uw kind daarna tóch weer grensoverschrijdend gedrag zien, dan vragen wij u op school te komen voor een gesprek om gezamenlijk het probleem op te lossen.